top of page

Bali en Australië | De kers op de huwelijkstaart

Deze trip is eigenlijk te waanzinnig voor woorden. Van keuzestress echter geen sprake, want zowel vrouwlief als ik kiezen ervoor om Bali en Australië te blenden in een kleurrijke reismix. Te land, ter zee en in de lucht: van rijstvelden, over tempels naar de mooiste stranden ter wereld. Een flinke clash van culturen, een stevige streep culinair genot en een road trip om van te smullen. Zet je schrap, haal de broeksriem wat strakker aan, leun achterover en laat je hart verwarmen door deze tropische tocht lang twee continenten. Wat volgt is het relaas van een bijna vijf weken durende huwelijksreis om van te duizelen.


Na een lange vlucht vanuit Amsterdam, met tussenstop in Taipei, arriveren we in de chaotische toegangspoort naar Bali: Ngurah Rai Airport. Laat je niet misleiden door de horde overvriendelijke, lichtjes opdringerige taxichauffeurs. Je regelt je vervoer best zelf op voorhand via je eerste hotel. Vermoedelijk iets duurder, maar een pak minder stress bij aankomst.


Dag 1

Eerste stop: het surfwalhalla Uluwatu. We logeren in het paradijs op aarde bij een vriendelijk Australisch koppel. In Melali Bingin ligt de wereld aan je voeten en smul je van een ontbijt om duimen en vingers van af te likken. Denk acaï bowls, pancakes en veel meer lekkers à la carte. Nadien even plonzen in het zwembad en de dag komt je slenterend tegemoet.

In elk hotelletje of guesthouse kan je wel voor een spotprijs een scooter huren. We maken handig gebruik van deze service en slingeren ons lang de linkerkant van de weg richting kustlijn. We windowshoppen bij enkele surfstores, nemen een kijkje in een plaatselijke yogabarn en banen ons langs een steile weg naar beneden richting water. Het ruige, maar goed toegankelijke strand (Bingin Beach) leent zich perfect tot een uitdagende avondwandeling, gevolgd door een frisse Bintang (de plaatselijke pils) bij zonsondergang in het knusse Sally’s Warung. Laat het vervolg maar komen. De toon is alvast gezet.


De volgende dagen vullen we met veel te goedkope, maar zalige wellnessbehandelingen bij The Bambu Hut Spa, een vleugje zoetigheid bij Tarabelle Donuts en een smakelijk hapje met bijpassende cocktail bij The Cashew Tree. Als je houdt van kraakverse lokale gerechtjes ben je bij 3D Warung aan het juiste adres. Dit is een typisch low profile wegrestaurantje waar je de Balinese keuken in haar volledige puurheid kan beleven.


We wagen ons (voorlopig) nog niet op een surfplank, maar laten ons al zachtjes meeglijden met de bohemian vibe die als een sluier over het eiland hangt. We nemen afscheid van het overheerlijke Melali Bingin en bestellen een goedkope Grab richting Sanur. Next stop: Nusa Lembongan. Een woelig speedbootritje als voorsmaakje voor nog meer avontuur.


Een aanzicht van veerbootjes die vanop het strand aanspoelen en vertrekken, sardienenblikgewijs, bagage overal en nergens, het belooft een belevenis te worden. Voor mij wordt het al bij al een degelijke overtocht, niet geplaagd door de woelige zee. Vrouwlief daarentegen vecht de volle 45 minuten tegen de misselijkheid en komt lijkbleek als een vis op het droge aan wal.


Het eiland zelf dan. In Kakiang Guest House krijgen we een zeer behoorlijke kamer toegewezen, met een zwembad als extra troef. Jammer genoeg werken de weergoden dezer dagen niet geweldig mee. Het tropische, druilerige weer nodigt niet echt uit tot zonnebaden. Uiteraard stappen we hier wel weer vol goesting op een bronstige tweewieler en gaan we nieuwsgierig op verkenning.


Hoewel er prachtige uitzichtpunten zijn (Sunset Point, Devil’s Tear) en we absoluut met volle teugen genieten van onze ritjes, voelt het hier toch wat minder authentiek aan. Neem zeker even de tijd om de Yellow Bridge over te steken naar Nusa Ceningan en kom even tot rust in dit iets minder door toeristen overlopen gedeelte. We tanken bij in Driftwood Zipline Bar Dan, maar wagen ons niet aan de (niet zo indrukwekkende) zipline. Ondanks het adembenemende uitzicht geeft het geheel een wat desolate indruk.



De volgende dagen volgen zowat hetzelfde stramien. We luieren erop los als rasechte rugzaktrippers. We spreiden ons matje voor een iets te spirituele yogasessie bij Serenity Yoga Lembongan en nemen de verkeerde beslissing om te gaan snorkelen op de veel te wispelturige zee, op zoek naar de zo befaamde manta ray. Mijn gezelschap wil graag het schuimende water induiken, maar ik bedank vriendelijk en stuur aan op een snelle rechtsomkeer. Ik zal nooit een waterrat worden, zoveel is duidelijk. Toch vangen we nog een glimp of van reusachtige schaduwen die even aan het oppervlak komen piepen. Ons ‘we doen eens zot' motto kaatst bijna als een boemerang in ons gezicht terug. Doorweekt en doordrongen van zeezout zoeken we drogere oorden op, alweer een straf verhaal rijker.


Nog enkele nuttige adresjes om de hongerigen en dorstigen te laven: Driftwood Coffee Bar, Hai Bar and Grill en Nick’s Place. Nusa Lembongan: de moeite waard of niet, we laten het in het midden, oordeel zeker zelf. Wij houden het alvast bij een stevig 'you hate it or you love it' - gevoel en sluiten onze grillige driedaagse af met een boottrip terug naar het hoofdeiland.


Het spreekwoord 'waar voor je geld krijgen' wordt door Puri Kesari Guest House in Sanur naar nieuwe hoogtes getild. Voor nog geen 25 euro per nacht krijg je tonnen gastvrijheid, een heerlijk bed om in te slapen en een basic, maar lekker ontbijt. Een adresje om eigenlijk voor jezelf te houden.


We laten ons andermaal een volledige namiddag verwennen, dit keer bij The Nest Beachside Spa. Je kan hier zelfs online je behandeling reserveren. We worden van top tot teen ‘gesoigneerd’ en komen relaxed als nooit tevoren naar buiten.


Met fris gepedicuurde tenen trekken we onze wandelschoenen aan, vleien we ons langs souvenirwinkeltjes en brengen we een bezoek aan de compacte avondmarkt. Sanur voelt al bij al toch wat toeristisch aan, maar dat laten we absoluut niet aan ons hart komen. Een stevig avondmaal bij Warung Pengkola, gelegen naast de toegangspoort tot de avondmarkt, is de perfecte afsluiter van een fenomenale dag.


We hebben het hier eigenlijk geweldig naar onze zin en willen best nog een dagje blijven, maar Australia is calling. Na een welverdiende nachtrust nemen we een Grab naar de luchthaven en stappen we vol verwachting aan boord van een nieuwe episode. Destination: Brisbane.


Een lange reis, met verschillende verplaatsingen in alle mogelijke transportmiddelen houdt altijd een bepaald risico in. Wees dus zeker voorbereid op het onverwachte, er komt altijd wel eens een moment dat alles tegenzit. Dit moment breekt voor ons aan bij aankomst in de luchthaven van Brisbane. Het lot zorgt ervoor dat we bijna als laatste passagiers van onze vlucht door de douane gaan, het gevolg van een broodnodige plaspauze. Tip: hou je even in tot na de formaliteiten en zorg dat je hier zo snel mogelijk voorbij bent. We wachten eeuwig aan de bagageband. Tevergeefs. Een van onze kleine koffers blijkt door iemand anders verkeerdelijk meegenomen te zijn. We laten onze gegevens achter en stappen met een bang hartje een Uber in richting Ibis Styles Brisbane, met gelukkig nog voldoende propere onderbroeken om een aantal dagen te overbruggen.


Het contrast met Bali is enorm. We komen terecht in een wereld van skyscrapers en hippe straatzangeressen. Een minicultuurschok aan de oevers van Brisbane River. We huren een lokale deelfiets en testen het geweldige fietspad langs het water. Maak ook eens gebruik van de stadsferry aan Eagle Street om vanop het water de contouren van de stad in je op te nemen. Sluit af met een snel Mexicaans hapje bij Guzman y Gomez. De avond brengt nog wat meer ontspanning met een bezoekje aan Elizabeth Picture Theater. We zijn dan ook altijd te vinden voor een lokale cinema-ervaring. Als toegangspoort naar de East Coast is het in Brisbane dus zeer aangenaam toeven. Het voelt misschien eerder wat aan als een stad om langdurig te wonen dan als de perfecte bestemming voor je citytrip, het is echter zeker charmant genoeg als startplek voor een langdurig Australisch avontuur.



Twee dagen en vele telefoontjes later krijgen we het verlossende nieuws dat onze koffer terecht is. Klein probleem: onze tickets liggen al heel lang vast en we kunnen niet anders dan Brisbane achter ons te laten en de Greyhound Bus op te stappen richting noorden. We krijgen de belofte dat onze koffer door een koerier 140 kilometer verder naar Noosa Heads zal worden gebracht, en zo geschiede. Vrouwlief door het dolle heen, een hoop stress van onze schouders en onze bloeddruk terug naar het normale peil.


We beschikken over een hop off and on pass van Greyhound zodat we overal waar nodig kunnen stoppen onderweg. De route ligt vast, maar ruimte voor flexibiliteit kan nooit kwaad. De bus is alvast zeer comfortabel en een aangename manier om het voorbijdenderende landschap langzaam gewaar te worden.


Noosa Heads is een stadje uit de dure boekjes. Een kleine jachthaven, een upper class winkelstraat en een postkaartwaardig strand met bijpassende boulevard. Met een bijzonder aangename winterzon van net boven de twintig graden, is het hier zalig genieten. Aangezien we toch wat op ons budget moeten letten, kiezen we in Australië voornamelijk voor een privé kamer in hostels. We nemen de proef op de som in Noosa Flashpackers. Leg de lat zeker niet te hoog voor de accommodaties en neem even genoegen met gedeelde badkamers en gemeenschappelijke keukens om je eigen potje te koken, zeker geen slecht idee om een bankroet op reis te vermijden. Wij passen ons zeer snel aan aan deze nomadische levensstijl en luisteren graag naar de gesprekken van mensen die onderweg zijn. Ieder met zijn of haar eigen verhaal dat samenvloeit in de melting pot van de lokale herbergen.


We ondernemen een geweldige wandeling op het piekfijn aangelegde wandelpad langs Noosa National Park. Wij beginnen op Noosa Main Beach en gaan heen en terug met als verste stop het uitkijkpunt van Hell’s Gate. Je kan nog verder, maar vergeet niet dat je dan nog een kleine vijf kilometer terug moet in een kronkelende omgeving. Vergaap je onderweg aan het azuurblauwe water, surfboys en girls die wachten op de perfecte golf en met wat geluk zie je zoals ons een waterschildpad spelen met het deinende water. Sluit de wandeling af met een sappige maaltijd bij Betty’s Burgers. We doen er nog een schepje ijs bovenop bij Ben and Jerry’s Noosa (affirmatief, het is een echt filiaal van het alom bekende merk!). Een hippievan langs de kant van de weg vraagt om een foto en maakt het plaatje van de dag compleet.



Een topactiviteit hier is ook de sunset cruise, te boeken via de Noosa Ferry and Cruise Company. Voor 25 Australische dollar per persoon krijg je een prachtig zicht op de luxueuze huizen met aanlegkade en verzin je wilde verhalen over hun mogelijke bewoners. We zien iedereen rondom ons bij valavond een flesje wijn kraken en hun selectie aan kaas en brood spreiden over een plankje. Hadden we maar geweten dat dit mocht.


Als je zin hebt om een typische farmers market te gaan bezoeken is de Eumundi Market de place to be. Wij gaan full local en verzamelen hier onze picknick, een ideaal voormiddaguitstapje op woensdag of zaterdag. Terug in Noosa leggen we onze handdoek neer voor een heerlijk dutje op het strand en kijken we onze ogen uit in Hastings Street. Afsluiten doen we in een stijlrijk kader bij Miss Moneypenny’s. Onze portemonnee ziet hier zwarte sneeuw, maar de kleurrijke cocktails zijn om van te watertanden.



The Town of Seventeen Seventy (1770). De naam klinkt als een doordeweekse Vlaamse postcode, maar vormt de ideale overgangsetappe tussen Noosa en Airlie Beach, onze volgende grote halte. Een enthousiaste bende hostelmedewerkers verwelkomt ons hartelijk in dit godverlaten gat. Dit plaatsje leeft van de passage van toeristen: nauwelijks een benzinestation, een supermarkt, een wegrestaurant en een paar hostels groot. Toch beleven we een gezellige, shotjesrijke avond met een aantal fellow travellers in 1770 YHA Beachside Backpackers. Aan activiteiten ook geen gebrek. We kiezen de volgende ochtend voor een surfinitiatie en bezoeken een familie die op hun boerderij kangoeroes probeert te redden van een gewisse dood.


Onze surfinstructeur is een overjaarse, gezette karikatuur van een surferboy waarbij we twijfelen of hij in zijn betere jaren echt wel in staat was om de golven te bedwingen. Hij zorgt wel voor ambiance en motiveert alle deelnemers om het beste van zichzelf te geven. Zelfs ik, als niet waterrat, slaag erin om een aantal keer rechtop te staan op mijn plank en me te laten uitbollen in de branding.



Na een opfrisbeurt worden we in de namiddag opgepikt om naar Horizons Kangaroo Sanctuary and Camp Ground te gaan. Dit rehabilitatiecentrum voor kangoeroes is maar een uurtje per dag open om toeristen te ontvangen zodat de nodige rust wordt bewaard. Het voelt lichtjes geforceerd aan om de diertjes te voederen met een zak zoete aardappelen, maar toch zijn we allang blij dat dit project op het eerste gezicht een mooi evenwicht bewaart tussen toerisme en het welzijn van de dieren.


Deze korte, maar krachtige stop was al bij al echt de moeite waard. Na een intense dag stappen we opnieuw de bus op voor een zeer bewogen nachtelijke rit naar Airlie Beach. Onze eerste chauffeur had overduidelijk al lange uren geklopt en joeg de hele bus de stuipen op het lijf met zijn roekeloze rijgedrag. We waren dan ook dolblij met de chauffeurwissel enkele uren voor aankomst. Die kwam geen seconde te vroeg.


Na een slapeloze nacht arriveren we doodmoe in Airlie Beach en laden we onze batterijen op met een ‘totietsnademiddagdutje’. Magnums is onze tijdelijke verblijfplaats. Het is een bar/hostel/vakantiepark met hutjes en slaapzalen verspreid over een zeer grote oppervlakte. De kamer is super basic, maar we omarmen de energie van de accommodatie en nemen een kijkje in het stadje.


We geraken niet veel verder dan Airlie Beach Lagoon, een gratis openbaar zwembad met uitzicht op de hemelsblauwe oceaan. Een echt wow-moment, een typisch Australische ervaring ook. Je zwemt dan ook niet elke dag in het midden van de stad. We warmen ons op aan de milde winterzon en pakken pas in als de frisse valavond ons inhaalt.


Het hoogtepunt van de reis nadert met rasse schreden. De Whitsunday Islands en het beroemde Great Barrier Reef vormen het decor van een onvergetelijke dag. Een indrukwekkend jacht van Whitehaven Xpress neemt ons mee aan boord voor een dagje snorkelen, barbecueën en chillen op het strand. Het prijskaartje is niet min, maar deze unieke ervaring mag je echt niet laten liggen. Na een halfuurtje wandelen aan een uitzichtpunt en verschillende snorkelstops later nestelen we ons op een van de mooiste stranden ter wereld, Whitehaven Beach. Hier moet je de natuurpracht aanschouwen om het te geloven. Kilometers aan gouden, golvende stranden waar je voetafdrukken zachtjes in oplossen. Een blik naar elkaar zegt genoeg en hand in hand langs het water onderweg naar nergens staat de tijd even stil. Nadien resten er alleen nog wat foto’s en vooral een zalige herinnering.



Na de vorige teleurstellende ervaring met de nachtbus, besluit ik om de bustickets om te boeken en voor een dagtrip te kiezen. Deze bus zit jammer genoeg wel overvol, maar we beleven toch een behoorlijk aangename transportdag richting Cairns. In Dreamtimes Travellers Rest krijgen we alweer een degelijke hostelervaring voorgeschoteld, een paar luidruchtige Fransen buiten beschouwing gelaten. Cairns is een wat slaperig stadje op de grens van het regenwoud met een zeer bizar, moerassig strand. We drinken een koffie in Rusty’s Market en maken een stevige wandeling richting de esplanade. Rumour has it dat het nachtleven in Cairns wel de moeite is. We nemen de proef op de som in The Woolshed, maar beleven een eerder rustige avond met een stevige pint bier.


Het stadje heeft niet al te veel te bieden, dus overpeinzen we het programma voor de komende dagen en besluiten we om een auto te huren en het bizarre landschap van de Atherthon Tablelands een blik te gunnen. Ondanks het relatief rustige seizoen zijn er al veel gekende verhuurbedrijven volledig volgeboekt. Vol goede moed stappen we uiteindelijk A1 Car Rentals binnen, hopend op een positieve ervaring. Onze flink uit de kluiten gewassen witte Chevrolet laat ons gelukkig niet in steek.


We rijden door dorpjes die niet zouden misstaan als filmlocatie in een western. Meren, groene graslanden en heuvelachtige wegen maken indruk. De route samengevat: via tourist trap Kuranda, langs Lake Eacham, werpen we een vluchtig oog op de gigantische Curtain Fig Tree en parkeren we onze truck langs de Millaa Milla Falls. Kom hier zoals ons goed op tijd om de menigte te vermijden en breng zeker een hapje en een drankje mee van de lokale supermarkt. Het ijskoude water leent zich niet tot een lange zwempartij, maar de waterval op de achtergrond is zeer fotogeniek. Je kan er ook een heuse watervaltour van maken, maar een enkele dag is hiervoor niet genoeg.


Op de terugweg steken spitse bergen zich af tegen de oogverblindende Koraalzee. We strekken onze benen nog even aan Babinda Bounders. De intrigerende geschiedenis van Devil’s Pool trekt hier vooral onze aandacht, maar verder is het er zeer verlaten. Een kudde overstekende koeien bezorgt ons nog de albumcover van het jaar, waarna we ons moeten haasten om de invallende duisternis voor te zijn terug richting Cairns.


Een binnenlandse vlucht later zetten we voet aan grond in Sydney voor een afsluitende citytrip. We logeren in een Airbnb in Newtown, een hippe, bohemian wijk, amper een paar haltes verwijderd van de grote stad. De vegan restaurants, barber shops en vintage kledingwinkels schieten hier als paddenstoelen uit de grond. Wij voelen ons meteen thuis in deze randstedelijke speeltuin voor trendy twintigers.


Soms heb je zo een vooringenomen idee van een gebouw dat de realiteit flink kan tegenvallen. Sydney Opera House is een dergelijk geval. Leuk om te zien, maar kleiner en meer aftands dan je zou vermoeden na het zien van de jaarlijkse Nieuwjaarsbeelden die het bouwwerk in vuurwerk omhullen. Niettegenstaande is een wandeling lans Sydney Harbour een must voor elk bezoek aan Australië. De rest van de metropool kan omgeschreven worden als een soort miniversie van New York, met een lange winkelstraat die ons vaag doet denken aan Fifth Avenue, wat groen in het midden en een business district waar mannen in maatpak de regel vormen. Gelukkig wacht ons rondom Sydney heel wat lekkers om nog twee dagen zoet te zijn.


Nog een van de highlights van onze reis beleven we tijdens de magnifieke Coastal Walk tussen Coogee Beach and Bondi Beach. We springen de bus op richting kust, weg van het veel te hectische centrum. De wandeling is absoluut niet lang of intensief, maar heeft alles wat je mag verwachten. We hebben het getroffen met een prachtige, zonovergoten dag (niet altijd het geval in de winter in Sydney) en laten ons meedrijven langs onberispelijke paden.


Maak je hoofd helemaal leeg en geniet in stilte van de overweldigende kustlijn, bezaaid met kliffen, natuurlijke zwembaden en wereldberoemde stranden. Aan slentertempo, met hier en daar een foto van de million dollar views, doe je er anderhalf uur over, lunchbreak niet inbegrepen. Een perfect rustmoment is Bronte Beach, voor een koffie en een snackje bij Jenny’s Café. Nadien ligt de weg open voor deel twee, met Bondi Beach als machtige apotheose. Surfers dansen je hier tegemoet met een vette knipoog naar de Australische strandcultuur.


De tweede uitstap brengt ons met de trein richting Katoomba waar de Blue Mountains ons in volle glorie opwachten. Het gebergte dankt zijn naam aan de blauwe gloed die de eucalyptusbomen voortbrengen. Aan Echo Point heb je een indrukwekkend zicht op de ‘Three Sisters’, een rotsformatie waar een inheems verhaal aan verbonden is. Je hebt hier de keuze tussen verschillende, niet al te lange, wandelingen langs steile trappen en smalle bospaden, met achter elke hoek wel een nieuw uitkijkpunt. Alleen ben je er zeker niet, dus vertrek op tijd en laat de schoonheid van de bergen niet vergallen door een verdwaalde selfiestick.



Nog zeker het vermelden waard: de avonden in onze uitvalsbasis Newtown zijn niet te versmaden. We dineren onder andere bij Thai Pothong, laten ons volledig gaan met bordjes tellen bij Sushi Train Newtown en drinken een mysterieuze cocktail bij Earls Juke Joint, verborgen achter de façade van een oude beenhouwerij. Een ander superleuk adresje is Lentil As Anything. Hier heb je maar de keuze tussen enkele veganistische dagschotels en betaal je gewoon wat je wil. Je dropt je bijdrage bij het verlaten van het restaurant in een grote collectebox. Het initiatief draait ook volledig op vrijwilligers. Mooi om zien.


Het afscheid van Australië is stilaan aangebroken. We zwaaien onze supervriendelijke hosts en hun trouwe viervoeter uit en doen weer aan taxidelen richting luchthaven. Deze spetterende veertiendaagse zal nog lang nazinderen.


Maar eerst nog even terug naar Bali voor vier dagen. In afwachting van onze terugvlucht naar Amsterdam koppelen we het nuttige aan het aangename en beleven we een nieuw hoogtepunt in het backpackvriendelijke Ubud.


Even buiten Ubud, te midden van de rijstvelden, ligt het verborgen pareltje Alam Dania Cottage. Van hieruit is het makkelijk cruisen op onze nieuwe huurscooter richting het chaotische centrum. Wij nemen een zeer geanimeerde kookles bij Tresna Bali Cooking School. Adi en Frances vertellen vol passie over hun organic farm en introduceren ons met veel enthousiasme in de lokale keuken. Een aanrader!



Via Bali Sunrise and Tours boek ik een dagtrip naar het noorden van het eiland. Het is een lange rit langs trage wegen, maar de Sambangan Hike die op het programma staat is absoluut de moeite waard. Het wordt zowaar onverwacht een privé tour en langs watervallen en rijstvelden hebben we ogen te kort. Het eerste stuk van de hike gaat steil bergop, maar nadien is het glooiende landschap ook perfect te begaan voor niet geoefende wandelaars.


Paniek overvalt ons bij terugkomst in het hotel wanneer de ramen stevig begin te trillen. Het zwembad wordt plots een golvende watermassa en het lijkt alsof de grond gaat wegzakken onder onze voeten. We zoeken vliegensvlug veiligere oorden op weg van de gebouwen en houden even onze adem in. Een aardbeving van 6,9 op de schaal van Richter treft het eiland Lombok vol in het hart en de onvoorspelbare natuurkracht is zeer stevig te voelen tot in Ubud.


We worden nog heel wat naschokken gewaar en blijven wijselijk in het hotel diezelfde avond. De lokale bevolking is duidelijk vertrouwd met zulke situaties en stelt ons snel op ons gemak. Even slikken toch, zeker gezien de onheilspellende berichten die we lezen over de situatie in Lombok. Daar waren we enkele weken geleden niet zo ver van af op het eiland Nusa Lembongan.


We besluiten het beste te maken van de resterende dagen, het leven in Ubud gaat namelijk snel terug zijn gewone gangetje. Het aanbod aan eetadresjes is hier werkelijk exuberant. We lunchen zeer smakelijk bij Habitat Café. Vrouwlief bestelt hier zelfs zonder verpinken een tweede maaltijd. We laten het overtoeristische Monkey Forest links liggen en verdwalen bewust in de vele straatjes en marktjes met snuisterijen. Op elke straathoek is het drummen om een tempel binnen te stappen. ‘s Avonds laat ik, naar vakantietraditie, mijn haren nog stylen bij Bliss Barbershop Bali. Een beetje me-time op reis valt niet te onderschatten en ik ‘sjees’ en slalom lekker alleen door het bijzonder chaotische Balinese verkeer. Niet voor beginners, maar ik vind het heerlijk.


De laatste dag, het einde van een prachtige reis, met veel ups en weinig downs. Ubud heeft ons hart gestolen, er hangt een soort onweerstaanbare magie in de lucht. Het massatoerisme heeft zijn weg hier gevonden, maar even buiten het drukke centrum word je omringd door machtige rijstvelden en vervalt al die buzz even in het niets. Ontelbare hippe adresjes om een espresso te drinken al schrijvend achter je laptop of aan je smoothie lurken op een zoveelste zwoele dag, geen wonder dat dit een hotspot is voor wereldreizigers.


De laatste avond mag het wel wat meer zijn. We klinken op onze onvoorwaardelijke liefde met een glaasje rood bij Batubara Argentinian Grillery en verorberen hier volgens de legende de allerbeste steak van ons leven. We blikken nu al met weemoed terug op een geslaagde reis die ons het allerbeste van twee werelden heeft laten zien. Backpackersparadijs Bali meets de glamoureuze Australian East Coast: wat een killer combo! Onze volgende trip al in gedachten sluiten we af met een opborrelende traan van geluk, vol verwachting naar wat de toekomst ons nog brengt.


Kommentare


Post: Blog2_Post
bottom of page